Insecten | Insecta | Arthropoda | 2015 t/m 2019 | Macro

Insecten (Insecta) zijn een klasse van de geleedpotigen (Arthropoda). Met bijna een miljoen beschreven soorten is het verreweg de grootste groep van dieren. Geschat wordt dat er vele honderdduizenden tot enkele miljoenen soorten nog niet zijn ontdekt. De naam 'insecten' slaat op een hoofdkenmerk van de hele groep, namelijk het in drieën gedeelde lichaam. Een obsolete Nederlandse naam is dan ook 'kerfdieren'. Klik op een foto voor een vergroting.


Insecten | Macro |Fotojaar:  2019


Bruinrode Heidelibel | Zaterdag 17 Augustus 2019 | Locatie: A.W.D.

De bruinrode heidelibel (Sympetrum striolatum) is een echte libel uit de familie van de Korenbouten (Libellulidae). Het is een libel van 42 à 44 mm die in vrijwel heel Europa voorkomt. In Nederland is het een algemene soort van juli tot oktober. Regelmatig vinden er invasies vanuit het zuiden plaats. De bruinrode heidelibel heeft weinig opvallende kenmerken. De poten zijn zwart met gele strepen. De dijen van de voorste poten zijn meestal driekleurig: zwart-geel-zwart. Het zwarte streepje op het voorhoofd (tussen de ogen) stopt bij de oogranden en loopt niet of nauwelijks langs de oogranden naar beneden (de zogenaamde 'hangsnor' ontbreekt). Vaak is langs de oogranden wel een donker veegje aanwezig. Het mannetje heeft een lang en slank achterlijf, zonder knotsvormige verbreding aan het uiteinde. Uitgekleurde mannetjes krijgen een rood achterlijf, dat meestal minder diep rood is dan bij de bloedrode en steenrode heidelibel. In zijaanzicht zijn meestal wat zwarte vlekjes op het achterlijf aanwezig. De zijkant van het borststuk verkleurt van geel naar grijsbruin, maar twee vlakjes blijven opvallend geel. Jonge mannetjes en vrouwtjes hebben een geel achterlijf, dat later bij de vrouwtjes verkleurt tot bruin of roodbruin. Aan de zijkant van het achterlijf staan zwarte streepjes, die geen doorlopende streep vormen. De lichaamslengte van volwassen dieren ligt tussen 35 en 44 millimeter; de larve is 14-18 mm lang. De vliegtijd van de bruinrode heidelibel is in de nazomer, van eind mei tot eind november, met een piek van eind juli tot eind september. Er zijn sporadische waarnemingen bekend van bruinrode heidelibellen in het (zeer) vroege voorjaar. De bruinrode heidelibel kan gemakkelijk verwisseld worden met de steenrode heidelibel (Sympetrum vulgatum), die ook zeer algemeen is en soms op dezelfde plaats voorkomt. Het beste onderscheidende kenmerk is de 'hangsnor': bij de steenrode heidelibel loopt het zwarte streepje tussen de ogen langs de oogranden naar beneden. Bij de bruinrode heidelibel stopt het streepje bij de oogranden, of loopt hooguit een kleine beetje naar beneden. Dit is het best zichtbaar als de kop schuin van voren wordt bekeken. De dijen van de voorste poten zijn bij de bruinrode heidelibel zwart-geel-zwart, bij de steenrode heidelibel meestal zwart-geel, soms met een extra donker veegje. 


Kaneelwants | 12 Juni 2019 | locatie: Heemtuin Zaandam

De kaneelwants (Corizus hyoscyami) is een ongeveer 11 millimeter lange wants uit de familie knotswantsen (Rhopalidae).Deze soort lijkt enigszins op de vuurwants (Pyrrhocoris apterus); een knalrode basiskleur met zwarte vlekkentekening. Deze laatste soort heeft echter een strakkere vlekken- en lijnentekening, een wat elliptischer lichaam en de zwarte vlek aan de achterzijde is groter. Het duidelijkste verschil is de geheel zwarte kop van de vuurwants, de kaneelwants heeft een rode vlek aan de voorzijde van de verder zwarte kop. Grote delen van het lichaam hebben een lichte beharing en de tasters zijn ongeveer twee derde van de lichaamslengte. Andere belangrijke verschillen zijn dat de vuurwants niet kan vliegen en de kaneelwants wel. Ook zie je de vuurwants vaak in grote aantallen bij elkaar (zowel nimfen als adulten), terwijl de kaneelwants doorgaans solitair optreedt. De kaneelwants houdt van zanderige, open en zonnige gebieden zoals verstuivingen en heide, in Nederland vooral in de duinen langs de kust. De wants is op lagere begroeiing te vinden als struiken, waaruit plantensappen gezogen worden. Bepaalde kruidachtige planten hebben echter de voorkeur, zoals toorts (Verbascum) en bepaalde heesters. Omdat deze planten vaak erg vies smaken, hebben ook de wantsen een smerige 'bite', en vijanden als vogels kijken wel uit er eentje op te eten. Deze soort overwintert als imago, rond mei verschijnen de nimfen en in september is de volgende generatie te zien. Als je hem aanraakt, verspreidt hij een kaneelachtige geur.


Insecten | Macro | 2018

AWD
Viervlek Libelle

Insecten | Macro | 2015 t/m 2017